Aan exploitant attractiepark opgelegde aanslag vermakelijkhedenretributie niet onredelijk hoog gezie

29 april 2003 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AH9190 Zaaknr: 01/00970

De exploitant van een attractiepark betaalde jarenlang bedragen aan de gemeente als bijdrage aan door de gemeente te treffen of getroffen voorzieningen, waarvan het attractiepark profiteerde. Nadat de exploitant had aangegeven niet langer bereid te zijn tot dergelijke betalingen, stelde de gemeente een vermakelijkhedenretributie in. Deze bedroeg ƒ 0,30 per bezoeker met een maximum bedrag van ƒ 500.000 per jaar. Op grond van deze verordening en rekening houdend met het verwachte aantal bezoekers werd een voorlopige aanslag opgelegd aan de exploitant van ƒ 500.000. Volgens Hof Den Bosch hoeft de gemeente niet aan te geven in welke mate de kosten van door de gemeente getroffen voorzieningen aan het attractiepark zijn toe te rekenen. Het profijt dat het park heeft van de voorzieningen is niet te bepalen, wel is vast te stellen, dat het park groot nadeel zou hebben als de voorzieningen zouden wegvallen. Het Hof denkt daarbij in het bijzonder aan de verkeersvoorzieningen. Het Hof is van oordeel dat er geen wanverhouding bestaat tussen de hoogte van de retributie en het profijt van de onderhavige voorzieningen. De verordening leidt niet tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing.