Aankoopkosten landbouwgrond niet afboeken

10 augustus 2007 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJNBB1964, 06/00147

Omdat bedrijfsmiddelen gedurende een langere periode nut hebben voor een onderneming wordt de aanschafprijs van een bedrijfsmiddel niet in het jaar van aanschaf ineens als kosten ten laste van de winst gebracht, maar wordt de aanschafprijs geactiveerd en naar tijdsgelang afgeschreven. De aankoopkosten van een bedrijfsmiddel vormen onderdeel van de kostprijs van het bedrijfsmiddel en worden daarom ook geactiveerd. Voor bepaalde bedrijfsmiddelen gelden bijzondere regelingen. Zo bestaat er in de vennootschapsbelasting de deelnemingsvrijstelling voor belangen in andere vennootschappen (deelnemingen). De deelnemingsvrijstelling houdt ondermeer in dat winst bij verkoop van een deelneming niet belast is. Keerzijde is dat een verlies op een deelneming niet aftrekbaar is van de winst. De Hoge Raad heeft voor de deelnemingsvrijstelling een uitzondering op de regel gemaakt dat de aankoopkosten moeten worden geactiveerd vanwege de bijzondere aard van het bedrijfsmiddel. Gevolg van deze beslissing was dat de aankoopkosten van een deelneming in het jaar waarin zij zijn gemaakt ten laste van de winst mochten worden gebracht. De wetgeving is op dit punt na het arrest van de Hoge Raad gewijzigd waardoor aftrek van de aankoopkosten niet meer mogelijk is. Voor landbouwgrond geldt eveneens een bijzondere regeling: de landbouwvrijstelling. Op grond van de landbouwvrijstelling wordt de waardestijging van landbouwgrond niet belast. Met een beroep op het arrest van de Hoge Raad wilde een landbouwer in het jaar van aanschaf van een perceel grond de aankoopkosten die daarop betrekking hadden ten laste van zijn winst in dat jaar brengen. De inspecteur weigerde de aftrek. De rechtbank en vervolgens het Hof wezen het standpunt van de landbouwer af. De deelnemingsvrijstelling en de landbouwvrijstelling zijn verschillende soorten vrijstelling. Dat wil zeggen dat de regels van de ene vrijstelling niet zonder meer op de andere van toepassing zijn. Zo is de deelnemingsvrijstelling een bruto vrijstelling en is de landbouwvrijstelling een netto vrijstelling. Een bruto vrijstelling wil zeggen dat de kosten ten laste van de winst kunnen worden gebracht, met andere woorden het bruto voordeel valt onder de vrijstelling. Bij een netto vrijstelling heeft de vrijstelling betrekking op het netto bedrag, dat wil zeggen het bruto voordeel verminderd met de daarop betrekking hebbende kosten. De aankoopkosten van de landbouwgrond moesten volgens de hoofdregel worden geactiveerd.