14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO3646 Zaaknr: 02/06620
Gemeenten hebben de mogelijkheid om door middel van een baatbelasting de kosten van aanleg of onderhoud van voorzieningen gedeeltelijk te verhalen op de onroerende zaken die baat hebben van die voorzieningen. Om een aanslag in de baatbelasting op te kunnen leggen is niet nodig, dat de eigenaar van een onroerende zaak gebruik maakt van de voorziening. Tot dat oordeel kwam Hof Amsterdam in een procedure over een aanslag baatbelasting, die werd opgelegd in verband met de aanleg van riolering in het buitengebied van een gemeente. Een van de eigenaren wenste geen aansluiting op de riolering, omdat hij het afvalwater al op een milieuvriendelijke manier afvoerde. Volgens het Hof is het om een aanslag in de baatbelasting op te kunnen leggen voldoende, dat onroerende zaken in het algemeen gebaat zijn door de mogelijkheid om op de riolering te worden aangesloten. De gemeente had als beleid om per kadastraal perceel een aanslag baatbelasting op te leggen, ongeacht het aantal onroerende zaken op dat perceel. Hoewel dat leidde tot verschillende aanslagen per onroerende zaak, zag het Hof daarin geen aanleiding om de aanslagen te herzien of om de verordening, waarin de baatbelasting was ingesteld, onverbindend te verklaren.