14 januari 2005 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AS4305, 04/00866
Uit onderzoek van de belastingdienst bleek, dat iemand in een reeks van jaren ten onrechte lijfrentepremie in aftrek had gebracht. Het ging om een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule. De premie daarvoor was sinds 1992 alleen aftrekbaar op grond van overgangsrecht als de verzekering vóór 15 oktober 1990 tot stand was gekomen. Dat was niet het geval. De belastingdienst ging in verband met een lopende procedure pas zeer laat over tot het opleggen van navorderingsaanslagen over de jaren tot en met 1999. Op dat moment was de aangifte IB 2000, waarin de betaalde lijfrentepremie was afgetrokken, al ingediend. De aanslag werd vrijwel gelijktijdig met de eerste navorderingsaanslag opgelegd, conform de ingediende aangifte. De belastingdienst mocht niet navorderen over 2000, omdat er geen nieuw feit was. Er was ook geen sprake van een administratieve fout of vergissing van de belastingdienst. De belastingdienst had beter op moeten letten bij het vaststellen van de aanslag, omdat de eerste navorderingsaanslag al was vastgesteld en het voornemen tot navorderen over de andere jaren reeds bestond.