14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AY7861, 05/496
Twee waterschappen sloten een samenwerkingsovereenkomst, op grond waarvan het ene waterschap het opleggen en invorderen van aanslagen voor het andere waterschap zou verzorgen. In november 2000 besloot het bestuur van het eerste waterschap de zogenaamde Omslagverordening per 1 januari 2001 te wijzigen. De belanghebbende in een procedure ontving voor het heffingsjaar 2001 op één aanslagbiljet aanslagen van beide waterschappen. De belanghebbende stelde zich op het standpunt dat de aanslagen onbevoegd waren vastgesteld. De rechtbank Leeuwarden verwees naar een arrest van de Hoge Raad uit 2002 over deze problematiek. Volgens dat arrest is voor de overdracht van de bevoegdheid om aanslagen vast te stellen en om uitspraak te doen op bezwaarschriften door een waterschap aan een ander waterschap vereist dat beide waterschappen een ambtenaar van het uitvoerende waterschap aanwijzen. Dat zogenaamde aanwijzingsbesluit ontbrak bij een van deze waterschappen. Door het ontbreken van het aanwijzingsbesluit was de aanslag van dat waterschap opgelegd door een onbevoegd orgaan of een onbevoegde functionaris. Om die reden werd de aanslag door de rechtbank vernietigd.