Aanslag waterschapsomslag gebaseerd op rechtsgeldige verordening ondanks afwijkende voorbereiding

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AR8397, 03/02603

Een aantal waterschappen fuseerde per 1 januari 2003 tot een hoogheemraadschap. Dat had gevolgen voor de vast te stellen omslagverordening 2003. De vraag was, of deze verordening wel door het juiste –bevoegde- orgaan van het hoogheemraadschap was vastgesteld en dus of deze verbindend was. Met name was de vraag of: - de omslagverordening en de kostentoedelingsverordening door een bevoegd orgaan ter inzage waren gelegd en - of het voorlopige college van hoofdingelanden in strijd met de Waterschapswet had gehandeld door de begroting 2003 niet vóór 1 december 2002 vast te stellen.Hof Amsterdam was van oordeel, dat de verordeningen rechtsgeldig tot stand waren gekomen. In de Verordening Overgangsrecht was bepaald dat er een voorbereidingscommissie was, die belast was met het voorbereiden van deze verordeningen. Het ter inzage leggen van ontwerpbesluiten was volgens het Hof onderdeel van de werkzaamheden van deze commissie. Het Hof oordeelde dat aan alle wettelijke voorwaarden met betrekking tot de totstandkoming van een belastingverordening was voldaan.Het aanbieden van een ontwerpbegroting was volgens het Hof geen voorwaarde voor de totstandkoming van deze verordeningen.