14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AG0150 Zaaknr: BK 295/99
Als een dienstbetrekking eindigt per 31 december van een jaar hoort de afrekening van in dat jaar verdiende provisie en van niet opgenomen vakantiedagen tot het inkomen van dat jaar. Voorwaarde is, dat de afrekening vorderbaar en inbaar was in dat jaar. Hof Leeuwarden stelt vast, dat door het einde van de dienstbetrekking de bedragen op dat moment vorderbaar waren en baseert op uitspraken van de administrateur van de werkgever het oordeel, dat de bedragen inbaar waren. Op grond van dat oordeel heeft de inspecteur de afrekening ten onrechte in het inkomen van het jaar van de feitelijke betaling betrokken.