14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ7405 Zaaknr: 03/03735
Hoewel de belastingdienst op de hoogte was van de adreswijziging van een BV stuurde de inspecteur de aanmaning om aangifte te doen naar het oude vestigingsadres. De betreffende aangifte was overigens op dat moment al ingediend. Vervolgens werd ambtshalve een aanslag vennootschapsbelasting vastgesteld. Het belastbare bedrag was lager dan volgens de aangifte. Na verwerking van de aangifte werd een navorderingsaanslag opgelegd. Ook deze werd naar het verkeerde adres gestuurd. Na de ontvangst van aanmaningen tot betaling heeft de inspecteur op verzoek van de BV duplicaten van de aanslagen toegestuurd. Binnen zes weken na de ontvangst van de duplicaataanslagen heeft de BV bezwaar gemaakt tegen de navorderingsaanslag. Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening. Volgens Hof Amsterdam was het bezwaar wel tijdig ingediend, omdat pas bij de ontvangst van de duplicaataanslagen sprake was van bekendmaking van de aanslagen. De navorderingsaanslag bleef overigens in stand omdat deze overeenkomstig de aangifte was opgelegd en de eerder opgelegde ambtshalve aanslag voor de BV kenbaar te laag was vastgesteld. Dat betekende, dat een nieuw feit voor navordering niet nodig was.