14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AU1808, 03/03368
Als gevolg van een boekenonderzoek bij een caféhouder legde de belastingdienst een naheffingsaanslag omzetbelasting op over de jaren 1998 en 1999. De belastingdienst stelde zich daarbij op het standpunt dat de caféhouder niet aan zijn administratieplicht had voldaan, zodat de bewijslast dat de opgelegde aanslag niet juist was bij de caféhouder zou moeten liggen. Hof Amsterdam was echter van oordeel dat de administratie weliswaar gebreken vertoonde, maar dat deze niet van dien aard waren dat de administratie niet kon dienen als grondslag voor de vaststelling van de fiscale verplichtingen. Dat betekende dat er geen reden was voor toepassing van omkering van de bewijslast. Naar het oordeel van het Hof bewees de inspecteur niet dat de caféhouder in 1998 omzet had verzwegen. Niets in de administratie wees op het verzwijgen van omzet. Er waren geen negatieve kassen geconstateerd en het brutowinstpercentage week niet significant af van het in 1997 behaalde brutowinstpercentage. De omzet was in 1999 zowel absoluut als relatief veel lager dan op grond van de gegevens van eerdere jaren mocht worden verwacht. De caféhouder had daarvoor geen toereikende verklaring. Het Hof vond wel aannemelijk dat er door omstandigheden een lagere brutowinst was behaald, maar de niet verklaarde omzetdaling was van dien aard dat de vereiste aangifte omzetbelasting niet was gedaan. De door de inspecteur berekende correctie was echter onredelijk hoog omdat er geen reden was om aan te nemen dat 1999 een beter jaar was dan de voorgaande jaren. Een verhoging van de omzet met ƒ 150.000 vond het Hof aanvaardbaar. Omdat de adviseur van de caféhouder al in een vroeg stadium op de hoogte was van het feit dat over een deel van de omzet ten onrechte het lage tarief omzetbelasting was toegepast maar met die wetenschap niets had gedaan, was het aan grove schuld van de caféhouder te wijten dat te weinig belasting was geheven. Een boete van 25% vond het Hof passend en geboden. Dat gold ook voor de belasting over de verzwegen omzet in het jaar 1999.