14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AO8925 Zaaknr: 02/06448
Een vader schonk een lijfrentepolis aan zijn zes kinderen. Hij deed namens de kinderen aangifte voor het schenkingsrecht. Vervolgens kochten de kinderen de polis af. De afkoopsom werd op de bankrekening van vader gestort. Daarmee kon hij zijn belastingschulden aflossen. Vader maakte overeenkomsten van geldlening op met zijn kinderen. Omdat de lijfrentepremies in het verleden in aftrek zijn gebracht op het inkomen is de afkoopsom bij de genieter belast. Noch de kinderen, noch de vader namens zichzelf of zijn minderjarige kinderen, maakte in de aangifte melding van de ontvangen afkoopsom. De inspecteur corrigeerde de aangifte inkomstenbelasting van vader met de gehele afkoopsom. Hof Amsterdam was het daarmee eens. Volgens het Hof was de vader met zijn kinderen geen schenking en lening overeengekomen, maar hadden de rechtshandelingen tussen vader en kinderen alleen ten doel de afkoop van de polis door vader. Omdat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag een rekenfout had gemaakt waardoor het inkomen f 50 te hoog was vastgesteld, was het beroep gedeeltelijk gegrond en werd de inspecteur veroordeeld tot een proceskostenvergoeding.