2 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJNBA4231, 05/01213
Hof Amsterdam onderschrijft het oordeel van de rechtbank Haarlem dat de voordelen die iemand geniet uit zijn werkzaamheden als afloskapitein moeten worden aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden dan wel als winst uit onderneming. De inspecteur had geweigerd op het verzoek van de belanghebbende een dienovereenkomstige verklaring arbeidsrelatie te geven, maar kwalificeerde inkomsten als loon uit dienstbetrekking. Volgens de rechtbank had de afloskapitein voldoende zelfstandigheid ten opzichte van zijn opdrachtgevers, streefde hij naar continuïteit door het verkrijgen van verschillende opdrachten en liep hij ondernemersrisico. Dat risico bestond ondermeer uit de seizoensafhankelijkheid van de werkzaamheden en het reële risico dat een opdrachtgever niet zou betalen.