14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF3231 Zaaknr: 02/00577
In een geschil over de afschrijvingstermijn van goodwill bij een BV, die een apotheek drijft, heeft Hof Amsterdam het volgende overwogen. De BV, die de onderneming bij ruisende inbreng heeft verkregen, is niet gebonden aan de door de inbrenger gehanteerde afschrijvingstermijn of waarderingsmethode. Dat de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) in een rapport over de economische haalbaarheid van een apotheek een afschrijvingstermijn voor goodwill van 10 jaar hanteert is niet relevant, aangezien die termijn niet wordt onderbouwd. Ook uit een arrest van de Hoge Raad kan niet worden afgeleid, dat de afschrijvingstermijn voor goodwill van een apotheek altijd 10 jaar bedraagt. Volgens het Hof is er geen bezwaar tegen een afschrijvingstermijn van 5 jaar.