Afschrijvingstabel BPM in strijd met EG-verdrag

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AW5382, AWB 05/1852

In een procedure over de hoogte van de BPM bij invoer van jonge gebruikte auto’s was de rechtbank van oordeel dat de degressieve afschrijvingstabel van artikel 10 van de Wet BPM in strijd is met het EG-verdrag. De korting op de te betalen BPM is uitsluitend afhankelijk van de tijdsduur vanaf het tijdstip waarop de personenauto voor het eerst in gebruik is genomen. In de tabel wordt geen rekening gehouden met de verschillende prijsklassen, terwijl uit diverse onderzoeken blijkt dat duurdere auto’s sneller in waarde dalen dan goedkope auto’s. De rechtbank baseerde zijn oordeel op het arrest Gomes Valente van het Hof van Justitie EG. De rechtbank was van oordeel dat de strijdigheid met het EG-verdrag niet tot gevolg had dat geen BPM meer verschuldigd was. Evenmin volgde de rechtbank de door de importeur voorgestane afschrijvingspercentages. Voor alle auto’s gold dat de werkelijke in- en verkoopprijzen veel hoger lagen dan de in het taxatierapport opgenomen bedragen. De gerealiseerde verkoopprijzen lagen zelfs hoger dan de catalogusprijzen. Gezien de leeftijden en de kilometerstanden van de auto’s waren de kortingspercentages volgens de wet toch juist. Het beroep was gegrond maar dat had geen gevolgen voor het op aangifte voldane bedrag aan BPM.