14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AI0739 Zaaknr: 38258
Een in Nederland gevestigde BV heeft dividend uitgekeerd aan haar moedermaatschappij. De dividendvordering is omgezet in een lening voor een bedrag van ƒ 5.500.000. Korte tijd later is de zetel van de moedermaatschappij verplaatst van Nederland naar de Nederlandse Antillen. De rente over de schuld aan de moedermaatschappij is door de fiscus en het gerechtshof niet in aftrek toegelaten, omdat er een samenstel van rechtshandelingen was dat geen enkel zakelijk doel diende. Omdat de rente, die de moedermaatschappij heeft ontvangen op de Antillen tegen een zeer laag tarief belast was zou het toelaten van aftrek van die rente van de winst van de dochter strijd opleveren met doel en strekking van de wet. De Hoge Raad heeft dit oordeel in cassatie bevestigd. De vrijheid van kapitaalverkeer, die is vastgelegd in het EG-verdrag, wordt niet geschonden, omdat het niet toestaan van renteaftrek direct en uitsluitend samenhangt met belastingontduiking.