14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AP4591 Zaaknr: 03/02064
Een ondernemer voor de omzetbelasting kocht alle rechten op een softwarepakket van de ontwikkelaar daarvan, die in financiƫle nood verkeerde. De op de factuur in rekening gebrachte omzetbelasting heeft hij als voorbelasting verrekend. De aan hem uitgereikte factuur voldeed aan alle eisen die daaraan in de wet worden gesteld. De inspecteur was van mening, dat de ondernemer geen recht op aftrek van de gefactureerde omzetbelasting had omdat het om een schijnhandeling ging. De verkoper werd kort na de verkoop failliet verklaard, waarna het bedrijf een doorstart maakte in een andere BV. Aan die BV had de koper van het softwarepakket een licentierecht en een voorkeursrecht van koop voor het pakket verstrekt. Volgens het Hof was er van een schijnhandeling geen sprake, omdat de koper niet alleen op papier maar ook feitelijk belang heeft verkregen bij het softwarepakket. De koper heeft het voor het pakket gefactureerde bedrag betaald. De aandeelhouder van de koper, die aansprakelijk was jegens de bank, heeft een verlies geleden in verband met de transactie. Omdat de software achteraf waardeloos bleek te zijn hebben zowel de koper als haar aandeelhouder een groot financieel verlies geleden. Het risico bij het softwarepakket lag vanaf de verkooptransactie bij de koper. Omdat het softwarepakket bij de verkoop nog niet op de markt was gebracht was volgens het Hof geen sprake van de overdracht van een onderneming of een deel daarvan. De daarbij geldende vrijstelling van omzetbelasting was dus niet van toepassing.