14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AU4739, 41312
Volgens de Hoge Raad verklaarde Hof Den Bosch een beroepschrift ten onrechte niet ontvankelijk. De belanghebbende diende in reactie op een mededeling van de inspecteur betreffende een bezwaarschrift op 4 maart 1998 een beroepschrift in. De uitspraak op bezwaar werd pas op 3 april 1998 door de inspecteur verzonden. De belanghebbende verscheen niet op de zitting. De inspecteur voerde voor het Hof aan dat het beroepschrift voortijdig was ingediend. Het Hof volgde die opvatting zonder de belanghebbende de mogelijkheid te geven om daarop te reageren. Dat was niet correct. De belanghebbende had vóór de zitting geen aanleiding en ter zitting geen gelegenheid om zijn mening te geven over de voortijdigheid van het beroepschrift. Hof Arnhem moet de zaak nu verder behandelen.