Afzien pensioenrechten na zetelverplaatsing voorspelbaar: pensioenvoorziening op 5% gewaardeerd onda

7 februari 2003 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF7975 Zaaknr: 01/01666

De feitelijke leiding van een BV is verplaatst naar de Nederlandse Antillen. Na deze zetelverplaatsing wordt de pensioenverplichting, die de BV heeft jegens de directeur-grootaandeelhouder overgedragen aan een nieuw opgerichte Antilliaanse vennootschap. Enkele dagen na deze overdracht ziet de pensioengerechtigde af van zijn aanspraken. De inspecteur legt een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting op aan de BV in verband met het afzien van de pensioenverplichting. Volgens Hof Den Bosch beschikte de inspecteur over het voor navordering vereiste nieuwe feit, omdat hij bij het opleggen van de aanslag geen zicht had op wat er met de overgedragen pensioenverplichting was gebeurd. Bij het einde van de belastingplicht in Nederland van de BV moest rekening gehouden worden met de kans, dat zou worden afgezien van de pensioenaanspraken. Die kans stelde het Hof, overeenkomstig een aantal vergelijkbare gevallen, op 95%. Dat betekende, dat 95% van de pensioenvoorziening tot de winst moest worden gerekend in het jaar van zetelverplaatsing van de BV.