14 mei 2007 | Hof Den Bosch | jurisprudentie | LJN-nummer: AF6644 Zaaknr: 00/00044
Hof Den Bosch heeft inmiddels een aantal uitspraken gedaan over de waardering van een pensioenverplichting op het moment van zetelverplaatsing van een pensioen-BV. In alle gevallen werd rekening gehouden met de na de zetelverplaatsing gedane afstand van pensioenrechten, door in de waardering van de pensioenvoorziening rekening te houden met de kans, dat niet zou worden afgezien. Die kans stelde het Hof in de onderhavige procedure op 5%. De vrijval bedroeg derhalve 95% van de berekende pensioenvoorziening. Het ging overigens om een naar Antilliaans recht opgerichte vennootschap, waarvan de feitelijke leiding slechts korte tijd in Nederland was gevestigd. In die periode werd de pensioenvoorziening overgedragen. Zou de overdracht hebben plaatsgevonden wanneer de feitelijke leiding niet in Nederland was gevestigd, dan zou Nederland geen belasting hebben kunnen heffen, omdat de eindafrekeningsbepaling uit de inkomstenbelasting dan geen toepassing had gevonden.