14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN-nummer: AE3264 Zaaknr: 37061
De belastingdienst heeft de mogelijkheid om aan een vennootschap, die geen aangifte vennootschapsbelasting heeft gedaan, ambtshalve een aanslag op te leggen. Dat kan volgens de wet echter geen nihilaanslag zijn. Een nihilaanslag is een aanslag, waarbij de te betalen belasting nihil is en verrekening van voorheffingen en voorlopige aanslagen plaatsvindt. De onderhavige procedure gaat over een ambtshalve opgelegde nihilaanslag en een beschikking verliesvaststelling over het zelfde jaar. De vennootschap beroept zich op vernietigbaarheid van de nihilaanslag en de daaruit voortvloeiende vernietigbaarheid van de beschikking, waarbij het verlies is vastgesteld. Op die manier hoopt de vennootschap te bereiken, dat naar aanleiding van de alsnog ingediende aangifte een nieuwe nihilaanslag en een nieuwe verliesvaststellingsbeschikking wordt vastgesteld, gebaseerd op het hogere aangegeven verlies. Dat verlies is ontstaan door het verwerken van rentebedragen, die aan de moedermaatschappij waren verschuldigd, maar niet waren betaald over eerdere jaren. Het verwerken van de rentebedragen is op grond van de foutenleer alleen mogelijk als het eindvermogen over eerdere jaren niet juist is vastgesteld. Daarvan is geen sprake omdat er geen verplichting (meer) was tot rentebetaling.