Anoniementarief loonbelasting niet altijd van toepassing bij tekortkomingen in identificatieverplich

7 april 2005 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AT4758, BK-03/00987

Naar aanleiding van een loonbelastingcontrole bij een uitzendbureau legde de belastingdienst een naheffingsaanslag loonbelasting en premies volksverzekeringen op van ƒ 1.135.910. Tegelijkertijd werd een vergrijpboete opgelegd van 25% van de nageheven belasting. De naheffingsaanslag was opgelegd met toepassing van het anoniementarief omdat in de loonadministratie van het uitzendbureau van een aantal werknemers geen afschriften van identiteitsbewijzen aanwezig waren of afschriften van valse of vervalste identiteitsbewijzen. Ook ontbraken er loonbelastingverklaringen, waren er onjuist ingevulde loonbelastingverklaringen aanwezig en hadden werknemers onder het sofinummer van andere personen gewerkt. In geschil voor Hof Den Haag was of in al die gevallen terecht was nageheven met toepassing van het anoniementarief en of de boete terecht was opgelegd. De inspecteur meende dat de bewijslast dat de naheffingsaanslag niet juist was bij het uitzendbureau lag omdat de administratie niet aan de eisen voldeed. Het Hof wees dat standpunt af omdat de inspecteur van de netto loonbedragen uit de administratie was uitgegaan bij de berekening van de naheffingsaanslag. De inspecteur maakte volgens het Hof niet aannemelijk dat ten tijde van het boekenonderzoek identificatiebewijzen ontbraken in de loonadministratie. In die gevallen had hij ten onrechte het anoniementarief toegepast. Bij een werknemer van wie in de administratie een kopie van een Senegalees paspoort, waarin was aangetekend dat een verblijfsvergunning was aangevraagd, aanwezig was, had de inspecteur terecht het anoniementarief toegepast. Voor identificatie is een Nederlands identiteitsbewijs nodig of een Nederlandse verblijfsvergunning. Die ontbraken in dit geval. Bij de werknemers van wie een afschrift van de achterkant van het identiteitsbewijs ontbrak in de loonadministratie paste de inspecteur naar het oordeel van het Hof terecht het anoniementarief toe. Op de achterkant van het identiteitsbewijs staat de handtekening van de houder van het identiteitsbewijs. Een handtekening maakt onderdeel uit van het identiteitsbewijs en behoort tot de persoonsgegevens van de houder. Een handtekening is van belang voor het vaststellen van de identiteit van de houder. Ten aanzien van de valse of vervalste identiteitsbewijzen was het Hof van oordeel, dat het uitzendbureau te goeder trouw was. Alleen bij meer in het oog springende gebreken als het niet overeenkomen van de naam en de handtekening of een foto van een man op het document van een vrouw had het uitzendbureau moeten beseffen dat het om vervalsingen ging. In die gevallen had de inspecteur het anoniementarief terecht toegepast; bij de minder opvallende afwijkingen in de documenten niet. Het ontbreken van loonbelastingverklaringen van werknemers in de administratie heeft volgens het Hof niet tot gevolg dat het anoniementarief moet worden toegepast. Inhouding van loonbelasting en premie volksverzekeringen had plaats moeten vinden met inachtneming van tariefgroep 0, dus zonder belastingvrije som. Dat gold ook voor de gevallen waarin een loonbelastingverklaring onjuist was ingevuld en sprake was van in het oog springende fouten of van duidelijke gebreken. In andere gevallen was tariefgroep 2 van toepassing. In het oog springende tekortkomingen waren duidelijke afwijkingen tussen de handtekening en de naam op de loonbelastingverklaring en het ontbreken van de handtekening op de verklaring. Minder belangrijke afwijking vond het Hof: - Het niet overeenkomen van de handtekening op de loonbelastingverklaring met de handtekening op het identiteitsbewijs; - Het niet overeenkomen van de naam en/of de geboortedatum op de loonbelastingverklaring met die op het identiteitsbewijs; - Het opnemen van oude adresgegevens in de loonbelastingverklaring; - De vermelding van het documentnummer van het identiteitsbewijs op de loonbelastingverklaring in plaats van het sofinummer; - De invulling op de loonbelastingverklaring van een onjuist adres en - De vermelding van een onjuist sofinummer op de loonbelastingverklaring. In de gevallen waarin onder het sofinummer van een ander werd gewerkt had het uitzendbureau naar 's Hofs oordeel niet hoeven onderkennen dat mogelijk sprake was van valse documenten. De inspecteur paste ook in deze gevallen ten onrechte het anoniementarief toe. Het Hof verlaagde de opgelegde naheffingsaanslag substantieel tot € 160.000 en paste de boete dienovereenkomstig aan.