14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AX6262, 05/00285
Vooruitlopend op zijn toetreding tot een maatschap sloot een accountant met deze maatschap een arbeidsovereenkomst die inging op 14 augustus 2000. Daarnaast verzorgde de accountant al gedurende een reeks van jaren voor een aantal klanten de administratie. Het netto resultaat van deze activiteiten verwerkte hij in zijn aangiften als winst uit onderneming. Op 31 december 2000 werd de accountant opgenomen in de maatschap. De accountant claimde over het jaar 2000 toepassing van de zelfstandigenaftrek en de startersaftrek. Hij voldeed echter niet aan het urencriterium. Hof Amsterdam was het niet eens met de stelling van de accountant dat de voor de maatschap in 2000 gewerkte uren meetelden voor het urencriterium. Deze werkzaamheden verrichtte hij in het kader van een dienstbetrekking en niet in het kader van een voor eigen rekening en risico gedreven onderneming. Het Hof vond niet belang dat deze werkzaamheden werden verricht met als uitsluitend doel de toetreding tot de maatschap en daarmee het ondernemerschap. Het Hof merkte nog op dat de accountant door zijn uitdiensttreding bij zijn vroegere werkgever en het aangaan van de arbeidsovereenkomst met de maatschap een aantal risico’s had genomen zoals het risico niet toe te kunnen treden tot de maatschap. Dergelijke risico’s vormen geen ondernemingsrisico.