Arbeidsongeschiktheid niet van invloed op aan onderneming bestede uren

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AR7031, 04/01275

Een ondernemer was gedeeltelijk arbeidsongeschikt. In de loop der jaren nam zijn arbeidsongeschiktheid toe. De belastingdienst wilde hem daarom in 2001 geen zelfstandigenaftrek toekennen. In eerdere jaren was dat wel toegestaan ondanks een magere onderbouwing van de gewerkte uren. Hof Amsterdam vond aannemelijk dat de ondernemer in 2001 veel tijd aan de onderneming besteedde en dat hij zo veel hart voor de zaak had dat hij zo veel mogelijk op het bedrijfsterrein aanwezig probeerde te zijn. De toegenomen arbeidsongeschiktheid was de reden voor de inspecteur om de zelfstandigenaftrek over 2001 niet te verlenen. Het Hof vond dat de ondernemer met zijn onderbouwing het bewijs dat hij aan het urencriterium voldeed, had geleverd. Ook iemand die volledig arbeidsongeschikt is kan 1.225 uren in zijn onderneming werken. Het Hof vond dat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen een ondernemer die op een effectieve wijze een onderneming drijft en anderzijds een ondernemer die, om welke reden dan ook, minder effectief te werk gaat en daardoor meer uren aan de onderneming besteedt.