25 juli 2003 | Overig | jurisprudentie | LJN-nummer: AI1141 Zaaknr: AWB 00/740
In een procedure over de energie-investeringsaftrek heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven geoordeeld, dat de energielijst moet worden toegepast, die geldig was op het moment van investeren en niet de lijst, die geldig was op het moment van de aanvraag van de energieverklaring. Het betrof een investering in een warmtekrachtcentrale, die op 1 maart 1999 was gedaan. Op dat moment gold de Energielijst van 1998 nog, omdat de lijst van 1999 pas op 17 april van kracht werd. De warmtekrachtcentrale voldeed niet aan de voorwaarden van de lijst van 1998 door het ontbreken van een rookgascondensator en een warmteopslagvat. De lijst van 1999 stelt niet de eis, dat de installatie van een rookgascondensator en warmteopslagvat moet zijn voorzien. Het College van Beroep heeft het beroep tegen de weigering van het ministerie van Economische Zaken om een energieverklaring af te geven ongegrond verklaard.