24 december 2004 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AS3342, 02/1044 DK en 02/1045 DK
Een douane-expediteur voerde in de periode van 1 januari 1998 tot 1 oktober 2000 voor vijf in het Verenigd Koninkrijk gevestigde klanten ruim 5.000 personenauto’s in. Meestal ging het om gebruikte personenauto’s uit Japan, de Verenigde Arabische Emiraten, Cyprus en Zuid-Afrika. De personenauto’s waren bestemd voor bedrijven en particulieren in het Verenigd Koninkrijk. De douane handelde het merendeel van de aangiften af zonder nadere controle. In een aantal gevallen werden de aangiften wel gecontroleerd. Daarbij bleek dat de overgelegde facturen van een bepaalde exporteur in veel gevallen een te lage prijs of een niet bestaande afnemer vermeldden. Ook bij een volgend onderzoek werd geconstateerd, dat soms sprake was van een opgave van een te lage douanewaarde. Dat leidde tot naheffing van invoerrechten en BTW voor ruim 4.400 ingevoerde auto’s tot een totaal bedrag van ƒ 11 miljoen. Voor de Douanekamer van Hof Amsterdam was in geschil of de naheffingen moesten worden vernietigd omdat de inspecteur deze niet tijdig had gemotiveerd. Als de naheffingen in stand konden blijven was in geschil of de inspecteur kon bewijzen dat de douanewaarde op deze aangiften te laag was aangegeven. Het Hof was van oordeel dat de naheffingen niet vernietigd moesten worden, omdat de inspecteur de motivering daarvan in de bezwaarfase had gedaan en de douane-expediteur daarop, voordat de inspecteur uitspraak op het bezwaar deed, schriftelijk heeft kunnen reageren. De inspecteur probeerde de te lage douanewaarde van 4.446 personenauto’s te bewijzen aan de hand van een steekproef van 13 aangiften. De inspecteur had per personenauto gemotiveerd aan moeten geven welke methode ter bepaling van de douanewaarde hij heeft toegepast. Daarin is hij naar het oordeel van de Douanekamer onvoldoende geslaagd. De auto’s waren te verschillend om met een “standaardwaarde” te kunnen werken. Bij elke auto moest naar factoren als merk, type, bouwjaar en staat van onderhoud worden gekeken. De extrapolatie van de uitkomst van de steekproef wees het Hof af. Dat had zowel voor de douanerechten als voor de omzetbelasting tot gevolg dat de naheffingen werden vernietigd. Van de resterende 13 naheffingen bleven er slechts 7 in stand.