16 maart 2004 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AQ7008 Zaaknr: 02/04602
Een werkgever moest na een veroordeling door de kantonrechter aan een voormalige werkgever een ontslagvergoeding betalen. De werkgever betaalde in 2000 een bedrag van ruim ƒ 48.000. Daarvan was een bedrag van ruim ƒ 38.000 loon. De werkgever hield echter geen loonbelasting in over dit bedrag. De belastingdienst wilde dit bedrag aanvankelijk bij de werkgever in de eindheffing betrekken. Uiteindelijk heeft de belastingdienst dit bedrag bij de behandeling van de aangifte inkomstenbelasting 2000 tot het belastbare inkomen van de werknemer gerekend. De werknemer was van mening, dat dit niet was toegestaan vanwege de eindheffingsregeling in de loonbelasting. Het niet opleggen van een naheffingsaanslag aan de werkgever vormde volgens hem een ambtelijk verzuim van de inspecteur, dat correctie in de inkomstenbelasting verhinderde. Volgens Hof Amsterdam kunnen zowel de werkgever als de werknemer als belastingplichtige worden aangemerkt bij toepassing van het eindheffingsregime. Bij eindheffing behoort het loon waarover wordt nageheven niet tot het belastbare inkomen van de werknemer voor de inkomstenbelasting. De inspecteur kan, zolang nog geen eindheffing, naheffingsaanslag loonbelasting of aanslag inkomstenbelasting is opgelegd, kiezen op welke manier hij een loonbestanddeel in de heffing wil betrekken. Die keuzevrijheid wordt beperkt door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. In dit geval was geen sprake van opgewekt vertrouwen, omdat de inspecteur de werknemer niets heeft meegedeeld wat bij hem het vertrouwen zou kunnen hebben laten ontstaan, dat de nabetaling niet in de inkomstenbelasting zou worden betrokken.