Belastingheffing AB-winst bij emigratie in strijd met EG-recht

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | C‑470/04

Met ingang van 1 januari 1997 is de aanmerkelijk belangregeling in de inkomstenbelasting ingrijpend gewijzigd. Sinds die datum geldt dat de emigratie van de aanmerkelijk belanghouder een fictieve vervreemding inhoudt van diens aanmerkelijk belangaandelen. Hierdoor wordt op het moment van de emigratie de waardeaangroei van de aandelen gedurende de bezitsperiode belast door het opleggen van een zogenaamde conserverende aanslag. Uitstel van betaling is mogelijk tot het moment van de werkelijke vervreemding, maar vergde aanvankelijk het stellen van zekerheid door de emigrant. Door een arrest van het Hof van Justitie EG (arrest De Lasteyrie du Saillant) is de verplichting tot het stellen van zekerheid inmiddels vervallen, maar de systematiek van het opleggen van een aanslag is gebleven. Met een eventuele waardedaling van de aandelen na de emigratie of met de werkelijke opbrengst van de aandelen bij een latere verkoop wordt geen rekening gehouden. Hof Arnhem heeft in 2004 in een procedure die een emigrant aanspande tegen de hem opgelegde aanslag enkele vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie EG. De emigrant was van mening, dat het opleggen van een aanslag over niet gerealiseerde winst een ontoelaatbare belemmering vormt van het vrije verkeer, zoals dat in het EG-verdrag wordt gewaarborgd. Door de regeling is er verschil in behandeling tussen een verhuizing naar het buitenland en een verhuizing in Nederland. De emigrant was van mening, dat de Nederlandse regeling van belastingheffing over fictieve vervreemdingswinst op aanmerkelijk belangaandelen bij emigratie in strijd is met de vrijheid van vestiging, omdat de belastingschuld ontstaat door het verplaatsen van de woonplaats naar een plaats buiten de landsgrens. Dat inmiddels geen zekerheid meer hoeft te worden gesteld voor uitstel van betaling houdt volgens de emigrant niet in, dat bij het opleggen van de aanslag door de eis van het stellen van zekerheid geen belemmering werd opgeworpen. Volgens het Hof van Justitie EG beperkt de Nederlandse regeling alleen al door zijn afschrikkende werking de uitoefening van de vrijheid van vestiging. Belastingheffing over de waardeaangroei bij emigratie is in strijd met het EG-recht wanneer er niet volledig rekening gehouden wordt met waardeverminderingen die na de emigratie kunnen optreden, tenzij deze in aanmerking worden genomen door het nieuwe woonland. Het vrijgeven van gestelde zekerheden zoals door Nederland is gedaan na het arrest De Lasteyrie du Saillant heft de belemmering van de vrijheid van vestiging niet met terugwerkende kracht op. Naar aanleiding van dit arrest van het Hof van Justitie EG mag verwacht worden dat het Nederlandse systeem van conserverende aanslagen bij emigratie zal vervallen.