Belastingplan 2007, maatregelen voor particulieren

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | wetsvoorstel | BP2007

Het is gebruikelijk dat op Prinsjesdag het kabinet niet alleen de begroting voor het komende jaar presenteert, maar ook het Belastingplan. Het Belastingplan bevat de uitwerking van de kabinetsplannen, voor zover deze in fiscale maatregelen worden omgezet. Hierna volgt een overzicht van de belangrijkste voorgestelde fiscale maatregelen voor 2007 voor particulieren.Inkomstenbelasting- De algemene heffingskorting wordt in 2007 verhoogd tot € 2.043 (2006: € 1.990).- De arbeidskorting wordt in 2007 verhoogd tot € 1.399 (2006: € 1.357).- De aanvullende combinatiekorting (voor de werkende alleenstaande ouder of minstverdienende ouder) wordt in 2007 € 700 (2006: € 608). - Het gecombineerde tarief voor inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen gaat omlaag van 34,15% naar 33,65% in de eerste schijf en van 41,45% naar 41,40% in de tweede schijf.- De scholingsaftrek voor studenten wordt uitgebreid.- De aangekondigde belastingkorting voor mantelzorgers die per 1 januari 2007 zou worden ingevoerd komt er niet, maar wordt omgezet in een uitgavenregeling.LoonbelastingEr komt een regeling voor dienstverlening aan huis. Op grond van deze regeling kan een particulier maximaal drie dagen per week persoonlijke diensten (zoals schoonmaken, tuinonderhoud, hond uitlaten, verzorging, strijken of op de kinderen passen) laten verrichten zonder loonbelasting of premies voor werknemersverzekeringen in te hoeven houden. Uiteraard moet de dienstverlener zijn verdiensten wel jaarlijks opgeven in zijn aangifte inkomstenbelasting. Motorrijtuigenbelasting en BPMInwoners van Nederland, die in Nederland tijdelijk gebruik maken van een in het buitenland geregistreerde huur- of leaseauto, zullen voortaan niet de volledige BPM hoeven betalen maar een tijdsevenredige BPM. De maximale gebruiksperiode voor toepassing van deze regeling is drie jaar. Bij een langere gebruiksperiode moet de volledige BPM worden betaald. SuccessierechtHet toptarief van het successierecht daalt van 68% naar 63%. Dat is gelijk aan het huidige tarief over de voorlaatste schijf.