14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AS7921, 39768
Hof Amsterdam verminderde in een procedure de aan een werkgever opgelegde naheffingsaanslag loonbelasting. De naheffingsaanslag had betrekking op bovenmatige kostenvergoedingen aan het personeel. De werkgever verstrekte ondermeer een vergoeding voor interne representatie. Naar het oordeel van het Hof was het toegestaan om een dergelijke vergoeding belastingvrij te verstrekken. Daarom verminderde het Hof de naheffingsaanslag. De Hoge Raad bevestigde het oordeel, dat een belastingvrije vergoeding voor interne representatiekosten mogelijk was, maar maakte de vermindering van de naheffingsaanslag ongedaan. De naheffingsaanslag was namelijk niet opgelegd in verband met de vergoeding van interne representatiekosten, maar had uitsluitend betrekking op de bovenmatigheid van de vaste kostenvergoedingen.