27 februari 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJNBA4119,BK-06/00121
Niet alleen zaken die voor het drijven van de onderneming zelf worden gebruikt kunnen tot het ondernemingsvermogen behoren. Ook zaken die in een meer verwijderd verband tot de onderneming staan, zoals liquide middelen en effecten kunnen tot het ondernemingsvermogen behoren, mits deze zaken niet dienstbaar zijn aan het persoonlijke belang van de ondernemer. De ondernemer mag bepalen of hij een vermogensbestanddeel tot zijn ondernemingsvermogen rekent of tot zijn privévermogen, zolang hij bij die keuze de grenzen van de redelijkheid niet overschrijdt. Een ondernemer die een tot de onderneming gerekend banktegoed gebruikte voor de aankoop van aandelen in beursgenoteerde vennootschappen, rekende deze aandelen tot zijn ondernemingsvermogen. Voor het antwoord op de vraag of dat was toegestaan was beslissend of de aankoop van de aandelen paste in de normale uitoefening van de onderneming. Het investeren in aandelen voor doeleinden die aan de onderneming vreemd zijn valt daar niet onder, tenzij sprake is van belegging van tijdelijk overtollige liquide middelen. De ondernemer had het aandelenpakket aangekocht ter dekking van de fiscale oudedagsreserve (FOR). De besteding van liquide middelen die tot het ondernemingsvermogen behoren voor de oudedagsvoorziening van de ondernemer dient alleen de privébelangen. De ondernemer had de middelen onttrokken aan het ondernemingsvermogen, met als gevolg dat het geleden verlies op de aandelen niet ten laste van de winst uit onderneming kon worden gebracht.