14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | DGB2005/450M, Stcrt. nr. 31
Per 1 januari 2005 zijn de rechtsgevolgen van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) uitgebreid. Een VAR waarin het inkomen als winst uit onderneming wordt aangemerkt (een VAR-winst) heeft vanaf 1 januari 2005 tot gevolg dat de opdrachtgever geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen hoeft in te houden en af te dragen. De opdrachtnemer is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen en kan dus ook geen uitkering claimen. De opdrachtnemer kan als ondernemer wel verzekerd zijn voor het ziekenfonds.Een VAR-dga heeft betrekking op de werkzaamheden die iemand verricht voor rekening en risico van de BV waarin hij een aanmerkelijk belang heeft. De gevolgen van deze VAR zijn vergelijkbaar met een VAR-winst: de opdrachtgever hoeft geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen in te houden en af te dragen en de opdrachtnemer is niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen.Een VAR zegt niets over de vraag of in een specifieke arbeidsrelatie sprake is van een (privaatrechtelijke of publiekrechtelijke) dienstbetrekking. Die vraag kan worden voorgelegd aan het regiokantoor van het UWV of de inspecteur van de Belastingdienst waaronder de opdrachtgever valt.De VAR waarin het inkomen is aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-row) heeft tot gevolg dat de opdrachtgever zelf moet toetsen of er sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking in een arbeidsrelatie met een opdrachtnemer.De VAR is geldig gedurende maximaal 1 kalenderjaar. Het moment van aanvang van de werkzaamheden is bepalend. Vanaf 1 september kan de opdrachtnemer een verklaring aanvragen voor het volgende kalenderjaar.De verklaring blijft na afloop van het kalenderjaar nog maximaal 1 jaar gelden voor doorlopende opdrachten, tenzij een nieuwe VAR is afgegeven. Verklaringen van vóór 1 januari 2005 blijven maximaal geldig tot 31 december 2005. Voor deze VAR-winst en VAR-dga gelden vanaf 1 januari 2005 uitgebreidere rechtsgevolgen.