14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AX9088, BK 1087/04
Voor monumentenwoningen kent de wet meer aftrekmogelijkheden dan voor reguliere eigen woningen. De achtergrond daarvan is dat de onderhoudskosten van monumenten vaak zeer hoog zijn. Ook mag er rekening gehouden worden met de waardevermindering in de vorm van een jaarlijkse afschrijving. De eigenaar van een monumentenwoning berekende bij de aangifte inkomstenbelasting 2001 een aftrek voor zijn monumentenpand van € 6.340. Hierin was € 5.700 afschrijving begrepen. De afschrijving was door hem op 3 % van de aanschafprijs van de woning minus de aanschafprijs van de ondergrond gesteld. De inspecteur accepteerde slechts € 555 aan afschrijving. Hof Leeuwarden stelde vast dat eerst per 1 januari 2004 een regeling is getroffen waarin de afschrijving op een eigen monumentenwoning wordt gesteld op 15 % van het bruto eigenwoningforfait. Deze bepaling was in 2001 nog niet van toepassing en dus moest de afschrijving in dat jaar op andere wijze worden bepaald. Het Hof schatte de resterende afschrijvingstermijn op 50 jaar en de restwaarde van de opstal op nihil. Het afschrijvingspercentage kwam daarmee op 2.