Bepaling goodwill apotheek

14 mei 2007 | Overig | jurisprudentie | LJN: AU1500, AWB 05/322

Een apotheekhoudende huisarts bracht zijn praktijk per 1 januari 2000 geruisloos in een BV in. De bepaling van de goodwill van het apotheekgedeelte was punt van discussie met de belastingdienst. De inspecteur ging uit van de overdracht van de praktijk aan een andere huisarts. De huisarts ging uit van overdracht van de apotheek aan een andere apotheek. De Landelijke Huisartsen Vereniging kende verschillende richtlijnen voor de bepaling van de goodwill voor die situaties. Naar het oordeel van de rechtbank Arnhem moest de inbreng van de praktijk in een eigen BV worden gelijkgesteld met de overdracht van een gehele praktijk aan een andere apotheekhoudende huisarts. Dat betekende dat de inspecteur het juiste uitgangspunt voor de berekening van de goodwill had gehanteerd.