Beperking berekende heffingsrente door lange duur boekenonderzoek

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AR8148, 02/02896

Na een boekenonderzoek bij twee ondernemers legde de belastingdienst navorderingsaanslagen inkomstenbelasting aan hen op. In geschil voor Hof Amsterdam was of de inspecteur een ambtelijk verzuim had begaan doordat hij de aangiften niet had gecontroleerd voor het vaststellen van de primitieve aanslag. Volgens het Hof vormde de brief waarin een van de ondernemers om verlaging van zijn voorlopige aanslag 1995 verzocht, geen bijzondere omstandigheid op grond waarvan de inspecteur een nader onderzoek had moeten instellen. De inspecteur beging volgens het Hof bij het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting 1995 geen ambtelijk verzuim. Het Hof liet de navorderingsaanslag uiteindelijk in stand, omdat ook de inhoudelijke bezwaren ongegrond waren. Wel werd de heffingsrente verminderd omdat het boekenonderzoek vier jaar had geduurd door omstandigheden die niet aan de ondernemers te wijten waren. Het ging om relatief eenvoudige kwesties als de etikettering van het pand in 1985, verbouwingen aan het pand en de zakelijkheid van de overeengekomen huur, die op geen enkele wijze een controle van vier jaar konden rechtvaardigen. Het Hof was van oordeel dat over de periode 1 april 1999 tot en met 1 mei 2002 (afgerond de periode van het boekenonderzoek verminderd met één jaar) geen heffingsrente in rekening mocht worden gebracht.