Berekening aftrek elders belast bij werkzaamheden in diverse landen

14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN: AU3420,BK 968/01

In het jaar 1993 werkte een inwoner van Nederland voor een in Hong Kong gevestigd bedrijf. In dat jaar verbleef hij in verband met zijn werk 50,5 dagen in Hong Kong, 24 dagen in Maleisië, 6 dagen in Taiwan en 2 dagen in de Volksrepubliek China. Van de verblijfsdagen in Hong Kong vielen 13,5 dagen in het weekend. De werknemer gaf in 1993 zijn gehele arbeidsbeloning in Hong Kong aan als belastbaar inkomen. In Maleisië, de Volksrepubliek China en Taiwan werd geen belasting geheven over zijn arbeidsinkomsten. Voor Hof Leeuwarden was de berekening van de aftrek elders belast bij de vaststelling van de aanslag inkomstenbelasting 1993 in geschil. Bij de uitspraak op het bezwaar stelde de inspecteur de dagenbreuk vast op 46,5/270,5. De teller bestond uit het aantal verblijfsdagen in Hong Kong verminderd met 4 weekenddagen waarop volgens de inspecteur niet gewerkt was. De noemer bestond uit het aantal werkdagen in 1993, vermeerderd met het aantal in de teller opgenomen weekenddagen waarop wel gewerkt was. De verblijfsdagen in de andere landen bleven buiten beschouwing omdat in die landen geen belasting werd geheven over het aan die landen toe te rekenen deel van het arbeidsinkomen. Naar het oordeel van het Hof was deze wijze van berekenen juist.