Berekening aftrek elders belast voor box 3-inkomen

14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN: AT6193, 04/01752

Een inwoner van Nederland had een tweede woning in Frankrijk. Voor de Nederlandse inkomstenbelasting was die woning evenals de daarop rustende schulden een bestanddeel van box 3. De heffing over de Franse woning is volgens verdrag toegewezen aan Frankrijk. De vraag was op welke wijze de aftrek elders belast die Nederland moet verlenen over de jaren vanaf 2001 berekend moest worden. Naar het oordeel van Hof Amsterdam moet dat als volgt gebeuren. De teller van de voorkomingsbreuk bevat de bestanddelen van het inkomen van box 3 die ingevolge het verdrag in Frankrijk mogen worden belast. De noemer van de breuk is het gehele inkomen van box 3. Deze breuk moet worden vermenigvuldigd met de over het gehele box 3-inkomen verschuldigde belasting. De bestanddelen van het inkomen die in Frankrijk mogen worden belast waren in dit geval de woning minus de Franse en de Nederlandse (tweede) hypotheek, ook al rustte die laatste op de eigen woning in Nederland. Er stond namelijk vast dat de tweede hypotheek was aangegaan ter financiering van de tweede woning. De belanghebbende wilde als noemer van de voorkomingsbreuk het gehele wereldinkomen (box 1, 2 en 3) toepassen en de uitkomst van de breuk vermenigvuldigden met de over het wereldinkomen (box 1, 2 en 3) verschuldigde Nederlandse inkomstenbelasting. Dat zou leiden tot een hogere aftrek elders belast dan de Nederlandse belasting over de Franse woning.