6 april 2005 | Hof Arnhem | jurisprudentie | LJN: AT5187, 03/0194
Op 12 november 1999 om 18.00 uur is de overdrachtsbelasting gewijzigd, waardoor de overdracht van economische eigendom van een onroerende zaak in meer gevallen een belastbare verkrijging vormt. Ten aanzien van een akte waarbij de economische eigendom werd verkregen van een onroerende zaak die op 12 november 1999 om 17.50 passeerde, was de vraag of aan de oude wettekst was voldaan. Het ging met name om de vraag of de verkrijger tenminste enig risico van tenietgaan van de zaak liep. Volgens Hof Arnhem liep de verkrijger enig risico van tenietgaan omdat door de overheid voorgeschreven verbeteringen en/of herstellingen voor zijn rekening kwamen. Er was daarom sprake van een belaste verkrijging voor de overdrachtsbelasting. Wel was de opgelegde naheffingsaanslag in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Op dezelfde dag en omstreeks hetzelfde tijdstip hadden meerdere overdrachten van economische eigendom van onroerende zaken plaatsgevonden in deze gemeente en omgeving met dezelfde bepalingen in de akte, zonder dat er naheffingsaanslagen overdrachtsbelasting werden opgelegd. De bij die leveringen betrokken notaris was bereid om een verklaring af te leggen. Het Hof was van oordeel dat voor zover een beroep wordt gedaan op de meerderheidsregel van het gelijkheidsbeginsel de belanghebbende gevallen moet noemen waarin een juiste wetstoepassing door de inspecteur achterwege is gelaten. In het onderhavige geval had de belanghebbende voldoende concreet aangegeven dat en in welke soortgelijke gevallen (namelijk die waarin eveneens de akte op 12 november 1999 is verleden) een juiste wetstoepassing achterwege was gebleven. In de omstandigheden van het geval kon niet van de belanghebbende worden gevraagd om namen en adresgegevens te noemen volgens het Hof. Met de verstrekte informatie kon de inspecteur, die door de registratie van de akten over voldoende informatie beschikt, eenvoudig achterhalen welke gevallen de belanghebbende op het oog had. De inspecteur deed echter geen onderzoek naar die andere gevallen. Het beroep van de belanghebbende was gegrond. De naheffingsaanslag en de boete werden vernietigd.