Beroep was niet ontvankelijk omdat belang door uitspraak inspecteur was vervallen
14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AT3411, 40149
Omdat de inspecteur niet tijdig besliste op een bezwaarschrift ging de belanghebbende in beroep bij het Gerechtshof in Arnhem. Het Hof verklaarde zich onbevoegd, waarna de belanghebbende beroep in cassatie instelde. Het beroepschrift dat op 6 juni 2001
bij het Hof was ingediend had betrekking op een bezwaarschrift van 21 december 1999. Naar het oordeel van de Hoge Raad had het Hof de belanghebbende niet ontvankelijk moeten verklaren omdat de inspecteur na het indienen van het beroep aan het bezwaar tegen
de aanslag was tegemoetgekomen. De belanghebbende had geen belang meer bij zijn beroep, omdat dat niet kon leiden tot een gunstiger resultaat. De Hoge Raad vernietigde de uitspraak van het Hof en veroordeelde de inspecteur tot vergoeding van de door de belanghebbende
gemaakte proceskosten.