Besluit beoordeling dienstbetrekking opnieuw uitgebracht wegens wijziging in bijlagen

14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | DGB2003/3756M

In een gezamenlijk besluit van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen en de Belastingdienst van november 2002 geven deze instanties de beleidsregels voor de uitleg van het begrip dienstbetrekking. Doelstelling is vast te kunnen stellen of een arbeidsverhouding leidt tot inhoudingsplicht voor loonbelasting en premies werknemersverzekeringen en tot verzekering voor de werknemersverzekeringen. Bij de aanwezigheid van een arbeidsverhouding zal altijd eerst beoordeeld moeten worden of er een privaatrechtelijke dienstbetrekking bestaat. Daarvoor gelden de volgende voorwaarden:- de verplichting tot persoonlijke arbeidsverrichting;- de aanwezigheid van een gezagsverhouding;- de betaling van loon.Daarnaast kan een arbeidsverhouding op grond van de wettelijke regels als dienstbetrekking worden aangemerkt, zonder dat aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan. Een fictieve dienstbetrekking wordt gelijkgesteld met een privaatrechtelijke dienstbetrekking. Is er een (fictieve) dienstbetrekking, dan volgt er inhouding van loonbelasting en premieheffing. Is er geen dienstbetrekking, dan moet gekeken worden of er een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is, die de werkzaamheden als zelfstandig aanmerkt. In dat geval hoeven geen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen te worden ingehouden. Is er geen VAR, dan dient wel te worden ingehouden. Bij de aanwezigheid van een VAR is de opdrachtgever gevrijwaard van premieheffing werknemersverzekeringen, tenzij hij weet dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. In verband met wijzigingen in de bijlagen bij het besluit is het opnieuw uitgebracht; een inhoudelijke wijziging van het besluit is niet beoogd.