14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | CPP2003/1717M
Per 1 januari 2002 is in de Successiewet een nieuwe bedrijfsopvolgingsregeling opgenomen. Tot die datum was er een regeling in de Invorderingswet opgenomen. De regeling wordt op verzoek toegepast en houdt in, dat over een gedeelte van de waarde van een onderneming, die door schenking of krachtens erfrecht wordt verkregen, het successierecht in de vorm van een conserverende aanslag wordt opgelegd. Als aan de eis dat de onderneming gedurende vijf jaar is voortgezet is voldaan vervalt de conserverende aanslag. In een besluit van het ministerie van Financien wordt een aantal vragen uit de praktijk beantwoord. Daarnaast bevat het besluit een aantal goedkeuringen. Goedgekeurd wordt, dat de bedrijfsopvolgingsregeling ook wordt toegepast als de onderneming wordt verkocht en de koopsom direct na de verkoop (gedeeltelijk) wordt kwijtgescholden. Als de kwijtschelding in stappen plaatsvindt, komt alleen de eerste kwijtschelding in aanmerking voor de bedrijfsopvolgingsregeling.De regeling mag ook worden toegepast bij het overlijden van de echtgenoot van een ondernemer als de onderneming tot het gemeenschappelijke vermogen behoorde, ondanks dat niet is voldaan aan de eis dat het ondernemingsvermogen van een ondernemer in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 wordt verkregen. Het besluit werkt terug tot 1 januari 2002.