Besluit Financien over inkoop aandelen voor werknemersoptieregeling

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | DGB2004/862M

Als een vennootschap aan haar werknemers opties op eigen aandelen toekent heeft zij voor de vennootschapsbelasting recht op aftrek van het bedrag, dat volgens de hoofdregel als loon voor de loonbelasting geldt vanwege de opties. Dekt de vennootschap de optieverplichting af door de inkoop van eigen aandelen, dan is een verlies op die aandelen niet aftrekbaar en een winst op die aandelen niet belast. Zijn de aandelen vóór 22 februari 2001 ingekocht dan bestaat hierop een uitzondering als gevolg van een goedkeuring van de staatssecretaris van Financien. Onder voorwaarden kan dan nog een extra bedrag worden afgetrokken. Deze additionele last is het verschil tussen de aankoopprijs van de aandelen verminderd met de uitoefenprijs van de optierechten en de normale last in verband met die opties. Dat geldt ook als de aandelen op of na 1 september 2001 aan de optiehouder worden geleverd of als de opties (mogelijk) niet uitgeoefend worden omdat de koers van de aandelen is gedaald beneden de uitoefenprijs. Aan deze goedkeuring zijn de volgende voorwaarden gesteld:- als de oorspronkelijk ingekochte aandelen worden verkocht aan anderen gelden latere inkopen van eigen aandelen niet ter dekking van reeds bestaande optieverplichtingen ten tijde van de verkoop. - voor de additionele last wordt de verkoopprijs ten minste gesteld op de uitoefenprijs van de opties.- indien de uitoefentermijn van de optie is verlopen worden de ter dekking ingekochte aandelen binnen drie maanden na verloop van die termijn verkocht.Ook als de aandelen niet worden verkocht maar gaan dienen ter dekking van volgende pakketten werknemersopties kan een additionele last worden genomen. Op de additionele last moet dan een korting plaatsvinden voor het bedrag dat wegens de toekenning van die opties bij de werknemers volgens de hoofdregel als loon belastbaar is. Als de uitoefenprijs van de nieuwe optierechten lager is dan die van de oude wordt, bij het bepalen van de additionele last, de verkoopprijs ten minste gesteld op de uitoefenprijs van de oude optierechten. De additionele last komt pas in mindering op de winst op het tijdstip van levering van de aandelen. Er kan geen additionele last worden genomen indien de vennootschap de verplichting heeft om bij uitoefening van de opties (bestaande) eigen aandelen te leveren, maar deze nog niet heeft ingekocht.Een inkoop van eigen aandelen in verband met een optieverplichting jegens werknemers wordt aangemerkt als een tijdelijke belegging. Het komt voor, dat een werkgever niet een optierecht verstrekt maar direct aandelen verstrekrt aan de werknemer. De daarvoor ingekochte aandelen gelden op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad als ingetrokken. De staatssecretaris van Financiën keurt goed dat deze aandelen als een tijdelijke belegging worden aangemerkt. Daaraan verbindt hij de volgende voorwaarden:- de ingekochte aandelen worden binnen drie maanden na inkoop daadwerkelijk geleverd aan werknemers;- de werkgever toont overtuigend aan dat de aandelen zijn ingekocht met het oog op levering aan werknemers.De goedkeuring geldt ook voor het doorschuiven naar aandelenplannen.