14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2002/1351M
De staatssecretaris van Financiën heeft in een besluit uitleg gegeven over het begrip werkkleding. Werkkleding kan door de werkgever aan zijn werknemers belastingvrij worden vergoed of verstrekt. Daarnaast bestaat de mogelijkheid op grond van arbeidsomstandigheden belastingvrij kleding te vergoeden, die geen werkkleding is. Werkkleding kan zijn uniforme kleding, zoals de kleding van stewardessen, verpleegkundigen en postbestellers of kleding, die er uitziet als gewone kleding, maar is voorzien van logo’s of opschriften met een oppervlak van tenminste 70 cm2 per kledingstuk. Die logo’s e.d. hoeven niet van de werkgever te zijn, maar kunnen ook van bijvoorbeeld een branchevereniging zijn. Er moet wel een relatie zijn met de werkzaamheden of de werkgever. Voorbeeld is de motorjas van een motorrij-instructeur met de vermelding “KNMV” en “gediplomeerd rij-instructeur”. Of sprake is van werkkleding hangt samen met de aard van de werkzaamheden. Voor een automonteur is een overall werkkleding, voor de verkoper niet. Normale kleding, die ook buiten het werk gedragen kan worden, kan alleen als werkkleding worden aangemerkt als de kleding blijft op de plaats waar het werk wordt verricht. In andere gevallen is normale kleding –criterium is, dat dergelijke kleding buiten de dienstbetrekking om door anderen wordt gedragen- niet als werkkleding aan te merken.