Besluit over toepassing kinderkorting als partner met kinderen in buitenland woont

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2003/2192M

Een belastingplichtige woont en werkt in Nederland. Zijn echtgenote woont met de kinderen van 8 en 10 jaar in een land, waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten dat voorziet in uitwisseling van inlichtingen. Zij heeft geen inkomen maar wordt in het woonland als inwoner betrokken in de belastingheffing. Het gezamenlijke verzamelinkomen van de belastingplichtige en zijn echtgenoot blijft onder de grens van € 54.501 (bedrag 2001). In die situatie komt de belastingplichtige niet in aanmerking voor de kinderkorting omdat de kinderen niet tot zijn huishouden behoren. Zijn echtgenote heeft recht op de kinderkorting als zij kiest voor de toepassing van de regels voor binnenlandse belastingplichtigen. Overdracht van de kinderkorting is alleen mogelijk als beide partners recht hebben op de kinderkorting. In situaties als deze wordt de kinderkorting toegekend aan de partner die daar recht op heeft. Voor de uitbetaling van de kinderkorting (en de algemene heffingskorting) aan de echtgenote moet de belastingplichtige tenminste dat bedrag aan belasting en premie volksverzekeringen verschuldigd zijn.