14 mei 2007 | Ministerie van Financiƫn | besluit | IFZ2002/357M
Verliezen, die een vennootschap maakt, zijn verrekenbaar met winsten van de drie voorgaande en alle latere jaren. Wanneer de aandelen in de vennootschap voor meer dan 30% in andere handen zijn gekomen en de vennootschap zijn activiteiten in omvang heeft beperkt tot minder dan 30% van de oorspronkelijke omvang wordt de verrekening van verliezen met latere winsten uitgesloten. Deze beperking geldt ook na aandeelhouderswisseling van een vennootschap, waarvan de bezittingen voor meer dan de helft uit beleggingen bestaan.Door een vennootschap behaalde buitenlandse winsten zijn vrijgesteld van vennootschapsbelasting. De vrijstelling bestaat uit een vermindering van de vennootschapsbelasting naar rato van de verhouding tussen buitenlandse winst en totale winst na verliesverrekening. Is de buitenlandse winst in enig jaar negatief, dan is er geen vermindering. Voor de berekening van de vermindering van Nederlandse belasting in een volgend jaar moet de vennootschap het buitenlandse verlies eerst verrekenen met de buitenlandse winst van dat volgend jaar. Onder omstandigheden kunnen beide regelingen (beperking verliesverrekening en beperking vermindering wegens buitenlandse belasting) samenlopen. De staatssecretaris van Financien heeft nu goedgekeurd, dat de inhaalregeling niet hoeft te worden toegepast, wanneer de verliezen, die als gevolg van een aandeelhouderswisseling niet kunnen worden verrekend, zijn veroorzaakt door buitenlandse verliezen.