Besluit standaardvoorwaarden geruisloze terugkeer

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | CPP2002/3267M

In een besluit van de staatssecretaris van Financiën zijn de standaardvoorwaarden voor de faciliteit van de geruisloze terugkeer uit de BV opgenomen. De faciliteit is per 1 januari 2001 in de wet inkomstenbelasting opgenomen en regelt de overgang van een voor rekening van een BV gedreven onderneming naar een door natuurlijke personen gedreven onderneming zonder fiscale afrekening bij de overgang. De bestaande vennootschapsbelastingclaim op meerwaarden in de BV en de inkomstenbelastingclaim op de aandelen van de aandeelhouders worden omgezet in een inkomstenbelastingclaim op de voortzetters van de onderneming. Overgang uit de BV is mogelijk met terugwerkende kracht naar de eerste dag van een boekjaar indien de verklaring van overgang binnen 9 maanden is opgemaakt en geregistreerd. Het besluit bevat 16 standaardvoorwaarden.SV 1. Schulden, die worden aangegaan ter financiering van de overgang van vermogensbestanddelen worden als box 3 schuld aangemerkt tot het bedrag aan liquidatie-uitkeringen van de BV. De doelstelling is omzetting van eigen in vreemd vermogen met renteaftrek in box 1 te verhinderen voor zover het eigen vermogen in box 3 terechtkomt.SV 2. Als de aandelen van de BV, van waaruit de geruisloze terugkeer plaatsvindt, zijn gekocht van een andere BV waarin de aandeelhouder een aanmerkelijk belang heeft en met geleend geld zijn gefinancierd, wordt de schuld toegerekend aan de andere BV en valt hij dus in box 2 in plaats van box 1.SV 3 bepaalt de toerekening van schulden aan activa van de BV resp. de voortgezette onderneming. Toerekening vindt plaats aan de onderneming, tenzij de BV activa heeft, die niet aan de onderneming gebonden zijn (beleggingen of overtollige liquiditeiten).SV 4 bepaalt, dat inschrijving in het handelsregister van het ontbindingsbesluit van de BV binnen drie maanden na de geruisloze terugkeer beschikking moet plaatsvinden.SV 5 bepaalt, dat de vereffening van de ontbinding van de BV binnen 9 maanden na afgifte van de beschikking moet zijn voltooid.SV 6 bepaalt, dat de voortzettende aandeelhouder aansprakelijk is voor Vpb-schulden van de BV als de geruisloze terugkeer geen doorgang vindt.SV 7 bepaalt, dat de verliezen van de BV naar rato van hun belang worden toegerekend aan de voortzettende ondernemers.SV 8 bepaalt, dat met ingang van het overgangstijdstip geen aandelen mogen worden uitgegeven of overgedragen.SV 9 Als de waarde in het economische verkeer van de overgedragen onderneming lager ligt dan de boekwaarde, dan wordt de boekwaarde op het moment voor het overgangstijdstip gesteld op de waarde in het economische verkeer.SV 10 Als aandeelhouders in gemeenschap van goederen zijn getrouwd hoeven zij niet gezamenlijk de onderneming voort te zetten. De AB-claim die rustte op beide echtgenoten kan worden omgezet in een IB-claim, die alleen op de voortzetter rust.SV 11 Als in het verleden de fusiebepalingen of de fiscale eenheidbepaling uit de wet op de vennootschapsbelasting van toepassing zijn geweest, treedt de voortzettende aandeelhouder ten aanzien van de onderneming in de plaats van de BV.SV 12 Als de aandeelhouder een vordering op de BV heeft afgewaardeerd ten laste van box 1 inkomen, dan worden schuld en vordering beide gesteld op de waarde in het economische verkeer op het moment direct voor het overgangstijdstip.SV 13 bepaalt, dat de waarde van de overgenomen onderneming wordt verhoogd met 50% van de nog niet verrekende verliezen van de BV.SV 14 bepaalt, dat het vervreemdingsvoordeel van de BV tenminste gelijk is aan nul. Het vervreemdingsvoordeel is de winst, die de BV maakt bij de overdracht van de onderneming in het kader van de geruisloze terugkeer. SV 15 Als de BV pensioenvoorzieningen of stamrechtvoorzieningen heeft die niet worden overgedragen aan een toegelaten verzekeraar, dan wordt voor het niet overgedragen deel aangenomen, dat is afgezien van de rechten. Dat geldt niet voor rechten, die niet voor verwezenlijking vatbaar zijn.SV 16 Alle aandeelhouders moeten binnen 6 weken na dagtekening van de beschikking de voorwaarden accepteren, mede namens de BV.Het verzoek voor geruisloze terugkeer moet binnen 12 maanden na het overgangstijdstip worden gedaan bij de inspecteur. Bij overtreding van de standaardvoorwaarden is er geen geruisloze terugkeer en moet worden afgerekend. Onder omstandigheden kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.De beschikking, waarbij door de aandeelhouders te verrekenen verlies wordt vastgesteld, wordt pas afgegeven na acceptatie van de voorwaarden. Datzelfde geldt voor de beschikking, waarbij de terugkeerreserve wordt vastgesteld.Het besluit is met ingang van 20 februari 2003 in werking getreden. Het besluit van 12 februari 2001, CPP 2001/3176M is ingetrokken.