Besluit tijdelijke verhuur gedeelten van onroerende zaken en omzetbelasting

14 mei 2007 | Ministerie van Financiën | besluit | DGB2004/4221M

Voor de verhuur van onroerende zaken geldt een vrijstelling van omzetbelasting. Op verzoek is belaste verhuur mogelijk van zakelijk gebruikte onroerende goederen, op voorwaarde dat de huurder deze zaak voor 90% of meer gebruikt voor BTW-belaste prestaties. Die mogelijkheid geldt ook voor de verhuur van een gedeelte van een onroerende zaak, die bestemd is om als een afzonderlijk geheel te worden gebruikt. Daarbij gaat het om congres-, tentoonstellings- en vergaderruimten.In deze gevallen staat de staatssecretaris van Financiën om praktische redenen toe, dat belaste verhuur plaatsvindt zonder een verzoek daartoe en zonder dat wordt onderzocht in hoeverre de huurder recht op aftrek van voorbelasting heeft. Wel moet vooraf aan de huurder kenbaar worden gemaakt dat de verhuur belast gebeurt. Eventueel ander gebruik van de ter beschikking gestelde ruimte naast het gebruik als congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte verhindert de toepassing van deze regeling niet.De regeling mag ook worden toegepast door ondernemers die ruimtes verhuren in een horecabedrijf of wier hoofdactiviteit niet bestaat uit de verhuur van ruimtes op voorwaarde dat zij als hoofdactiviteit belaste prestaties verrichten. De goedkeuring geldt niet voor:1. gebouwen van kerkgenootschappen;2. buurt- en dorpshuizen;3. theaters, schouwburgen, ijsstadions en sporthallen;4. gebouwen die in gebruik zijn bij publiekrechtelijke lichamen of ondernemers die geen volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van voorbelasting hebben.