Bestelauto stucadoor niet uitgezonderd van bijtelling

14 mei 2007 | Ministerie van Sociale Zaken | jurisprudentie | LJN: AY7193, 06/1469

Het privégebruik van een (bestel)auto blijft aanleiding geven tot procedures. In 2002 was de bijtelling voor het privégebruik van een bestelauto 10% van de catalogusprijs inclusief BTW, op voorwaarde dat het gebruik door de aard of de inrichting van de bestelauto werd beperkt. Een zelfstandige stukadoor rekende in het jaar 2002 een bestelauto tot zijn ondernemingsvermogen. In zijn aangifte verwerkte hij geen privégebruik van de bestelauto. De inspecteur telde 10% van de cataloguswaarde bij het inkomen voor het privégebruik van de bestelauto. De stukadoor bestreed de correctie omdat de bestelauto niet geschikt zou zijn voor privégebruik. In een dergelijk geval hoefde geen bijtelling plaats te vinden. Daarnaast meende hij dat er geen sprake was van privégebruik omdat hij de beschikking had over een personenauto. Volgens de rechtbank was het door de inrichting van de auto mogelijk om een passagier te vervoeren en dus was de auto niet (nagenoeg) uitsluitend geschikt voor goederenvervoer. Door het ontbreken van een kilometeradministratie kon de stukadoor niet aantonen dat hij minder dan 500 kilometer privé had gereden met de bestelauto. Tenslotte oordeelde de rechtbank dat de passagiersstoel niet zo vuil was dat privégebruik van de auto niet mogelijk was.