14 mei 2007 | Hoge Raad | jurisprudentie | LJN: AR2318; 39779
Een ondernemer wilde voor de boekwinst op zijn melkquotum dat hij wegens de beëindiging van zijn bedrijf had verkocht een vervangingsreserve vormen. Vervolgens wilde hij die afboeken op de investering in een paardenpension. Vorming van een vervangingsreserve bij het beëindigen van een onderneming, gevolgd door afboeking op een bedrijfsmiddel, dat economisch een andere functie inneemt, is mogelijk als de beëindiging het gevolg is van een vorm van overheidsingrijpen. Er is volgens de Hoge Raad sprake van overheidsingrijpen dat tot beëindiging van de bedrijfsuitoefening leidt als de overheid noodzakelijke aanpassingen in de bedrijfsvoering belet. Met het arrest bevestigde de Hoge Raad een uitspraak van Hof Den Bosch. In tegenstelling tot de wet IB 1964 bevat de wet IB 2001 een omschrijving van het begrip overheidsingrijpen.