14 mei 2007 | Hof Amsterdam | jurisprudentie | LJN-nummer: AF2409 Zaaknr: 02/1440
Bij de beëindiging van de samenleving na twintig jaar betaalt de ene partner aan de andere een bedrag van ƒ 140.000. De belastingdienst merkt dit bedrag aan als een belaste schenking. In de samenlevingsovereenkomst was opgenomen, dat bij beëindiging de meest verdienende partner ƒ 1.000 zou betalen aan de minstverdienende voor ieder jaar, dat samenwoning had geduurd. Volgens de overeenkomst kon dat bedrag worden aangepast aan gewijzigde inkomensomstandigheden. Die hadden geleid tot het bedrag van ƒ 140.000. In navolging van de inspecteur was het Hof bereid een bedrag van ƒ 20.000 als voldoening aan een morele verplichting buiten beschouwing te laten. Over het restant ad ƒ 120.000 was schenkingsrecht verschuldigd. De inkomenspositie van de minstverdienende partner was niet zodanig slecht, dat hij niet in zijn eigen levensonderhoud kon voorzien. Het verdient aanbeveling de redactie van de samenlevingsovereenkomst waar nodig aan te passen aan deze uitspraak, aangezien zowel de inspecteur als het Hof bereid waren tot het in de overeenkomst genoemde bedrag geen schenking aanwezig te achten.