14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AF0349 Zaaknr: BK 299/99
Een topsporter komt met zijn ouders overeen, dat hij een deel van zijn inkomsten aan hen zal betalen ter vergoeding van de kosten, die zij in het verleden hebben gemaakt voor trainingen, speciale voeding en dergelijke in het belang van zijn carriere. De topsporter is ondernemer in fiscale zin. Hij wenst deze kosten in mindering op zijn winst te brengen. Volgens Hof Leeuwarden is geen sprake van zakelijke kosten, maar van vrijwillige betalingen uit dankbaarheid. Daarom komen de betalingen niet ten laste van zijn resultaat. De betalingen zijn ook niet te rangschikken onder de buitengewone uitgaven.Daarnaast heeft een overkoepelende sportorganisatie de sporter de beschikking over een personenauto gegeven. Voor dat gebruik moet hij een bijdrage aan de organisatie betalen. De brandstof komt ook voor zijn rekening. De kosten brengt hij ten laste van de winst, onder aftrek van het privé-deel, door hem berekend op een aantal kilometers maal ƒ 0,60. Die berekening is niet juist. Het privé-deel moet berekend worden volgens de forfaitaire bijtelling, in het jaar waarover geprocedeerd werd 20% van de catalogusprijs.