14 mei 2007 | Hof Den Haag | jurisprudentie | LJN-nummer: AO7091 Zaaknr: BK-01/02932
De directeur van een BV verleende aan een BV, waarvan hij de enige aandeelhouder was, een optierecht op aandelen van een dochtermaatschappij. De voor het optierecht benodigde toestemming van de raad van commissarissen had hij niet. De uitoefenprijs van het optierecht lag ver onder de marktwaarde van de aandelen, want tegelijkertijd was door de BV aan een andere aandeelhouder van de dochtermaatschappij een vergelijkbaar optierecht uitgegeven met een veel hogere uitoefenprijs. De eigen BV van de directeur behaalde met de uitoefening van het optierecht en de verkoop van de aandelen een voordeel van ƒ 8.000.000. Ruim ƒ 7.000.000 had de BV als uitdeling aan de directeur/aandeelhouder laten toekomen. Dat bedrag vormde voor hem belast inkomen.